Aflatoxine B1-sneltestkaart

Aflatoxine B1-sneltestkaart

bedieningsinstructies

(Colloïdale goudmethode)

1Beginsel en toepassing

Dit product wordt vervaardigd volgens het principe van competitive inhibition colloïdaal goud immunochromatografie en wordt gebruikt om Aspergillus flavus B1 (AFB1) te detecteren inaines, diervoeders en andere monsters.

Nadat de proefoplossing in het steekproefdoopgat van de detectie kaart is gedropt, wordt de Aspergillus flavus B1 in de proefoplossing gecombineerd met het met goud gemarkeerde antilichaam.Dit voorkomt dat het met goud gemarkeerde antilichaam zich combineert met het Aspergillus flavus B1-conjugat op het cellulose membraanWanneer het gehalte aan Aspergillus flavus B1 in de monsteroplossing hoger is dan de detectiegrens, toont de detectielijn geen kleur en is het resultaat positief;Wanneer het gehalte aan Aspergillus flavus B1 in de monsteroplossing lager is dan de detectiegrens, zal de detectielijn paarsrood verschijnen en het resultaat is negatief.

2. Technische indicatoren

2.1 Gevoeligheid van de reagenskaart: 2ppb (ng/ml)

De definitieve detectiegrens voor het monster moet worden bepaald door de gevoeligheid van de reagenskaart te vermenigvuldigen met de verdunningsgraad van de monsterbehandeling.

2.2 Ondergrens van de steekproefdetectie:

Graan, diervoeders, granen en olie...... 20 ppm

Graan, diervoeder (moet worden gedroogd)...... 5 ppm

3. Kit samenstelling

Identificatiekaart: 40 stuks per doos

Instructies: 1 exemplaar

4. Vereiste apparatuur en reagentia

4.1 Instrumenten: homogenisator, oscillator, centrifuge, gegradueerde pipet, weegschaal (gevoeligheid 0,01 g)

4.2 Micropipet: enkelkanaal 20 μl-200 μl, 100 μl-1000 μl

4.3 Reactief: methanol, n-hexaan

5. Voorbehandeling van het monster

5.1 Instructies voor de verwerking van de monsters:

De experimentele apparatuur moet schoon zijn en een wegwerpzuigkop gebruiken om verontreiniging en interferentie met de experimentele resultaten te voorkomen.

5.2 Voorbereiding:

Oplossing 1: Proefextractieoplossing

70% methanol, d.w.z. V methanol: V gedeïoniseerd water=7:3.

5.3 Stappen van de voorbehandeling van de monsters:

5.3.1 Granen en diervoeders

1) Weeg 2 g van het vermalen monster in een centrifugebuis en voeg de monsterextractieoplossing toe volgens de verschillende detectiegrensvoorschriften in de volgende tabel.

Schudt gedurende 5 minuten bij kamertemperatuur van 4000 tpm/scheidingshart gedurende 5 minuten.

Neem 0,1 ml supernatant, voeg 0,4 ml gedeïoniseerd water toe en meng goed voor later gebruik.

5.3.2 Granen en diervoeders (moeten worden gedroogd)

Als de lagere detectiegrens 5ppb moet zijn, kunnen de volgende bewerkingen worden uitgevoerd:

1) 2 g vermalen monster in een centrifugebuis wegen, 4 ml monsterextractieoplossing toevoegen, 5 minuten schudden en 5 minuten bij kamertemperatuur van 4000 rpm scheiden;

2) Neem 1 ml van de bovenste vloeistof en droog deze met stikstof of lucht bij 50-60 °C;

3) Voeg eerst 0,25 ml methanol van 70% toe om het resterende residu op te lossen en schud 2 minuten lang krachtig; voeg nog eens 1 ml gedeïoniseerd water toe en meng goed voor later gebruik.De volgorde van toevoeging van methanol en water in deze stap kan niet worden omgekeerd)

5.3.3 Graan en olie (groente-olie, sesamolie, salade-olie, pinda-olie, enz.)

1) Weeg 2 g van het monster in een centrifugebuis en voeg de oplossing toe volgens de verschillende detectiegrensvoorschriften in de volgende tabel.

Vervolgens wordt 8 ml n-hexaan toegevoegd, 5 minuten geschud en 5 minuten gescheiden bij kamertemperatuur van 4000 tpm.

Verwijder de bovenste vloeistof, neem 0,1 ml van de onderste vloeistof en voeg 0,4 ml gedeïoniseerd water toe, meng goed en plaats opzij.

6.Experimentele stappen

6.1 De aluminiumfolieverpakkingszak van de inspectiekaart openscheuren, de inspectiekaart eruit halen en op een vlak en schoon tafelblad leggen.

6.2 Zuig de bereide monstervloeistof met een bijpassende pipet op en laat langzaam 2-3 druppels (ongeveer 60 ml) één voor één in het monstergat (S) vallen (schuim dient te worden vermeden).

6.3 De resultaten worden gedurende 8-10 minuten bij kamertemperatuur gelaten; resultaten van langer dan 10 minuten mogen alleen als referentie worden gebruikt.

7. Oordeel over het resultaat

Negatief: zowel de C- als de T-lijnen vertonen kleur, wat aangeeft dat de concentratie in het monster onder de detectiegrens ligt of niet bevat.

Positief: de C-lijn is rood, terwijl de T-lijn geen kleur vertoont, wat aangeeft dat de concentratie in het monster boven de detectiegrens ligt.

Niet geldig: het ontbreken van een C-lijn voor kwaliteitscontrole duidt op een onjuist bedrijfsproces of een storing van de detectiekaart.

Negatief positief ongeldig

8Voorzorgsmaatregelen

8.1 Producten die vervallen zijn of die beschadigde aluminiumfoliezakken hebben, mogen niet worden gebruikt.

8.2 Wanneer de detectie kaart uit de koelkast wordt gehaald, moet deze vóór opening weer op kamertemperatuur worden gebracht.De geopende detectiekaart moet zo snel mogelijk worden gebruikt om storingen door vocht te voorkomen..

8.3 Raak het witte filmoppervlak in het midden van de detectie kaart niet aan.

8.4 De druppelers mogen niet worden gemengd om kruisbesmetting te voorkomen.

8.5 De te testen monsteroplossing moet helder zijn, vrij van troebel materiaal en bacteriële besmetting.anders kan het leiden tot abnormale verschijnselen zoals verstopping en onduidelijke kleurontwikkeling., die van invloed kunnen zijn op de beoordeling van de proefresultaten.

9. Opberging en houdbaarheid

Berging: De reagenskit dient te worden bewaard in een droge omgeving bij 2-30 °C.

Houdbaarheid: Het product heeft een geldigheidsduur van 1 jaar en de productiedatum is te vinden in de verpakking.